132A

133
Ooit was dit een wankele paal, Aafko Tuin heeft een en ander uitgezocht.
Op 24-10-1872 gaat er een brief uit van de Gouverneur van de (belgische) Provincie Limburg naar de Commissaris des Konings van het Hertogdom Limburg over rechtzetting van de grenspaal 133. Hierbij moest behalve metselwerk ook een oevervoorziening (in de Ottersbeek) worden aangebracht. Dit zou 15 gulden gaan kosten.
Op 24-3-1878 wordt aan de burgemeester van Thorn gemeld dat grenspaal 133 zal worden herplaatst, en tevens een tweede paal met het zelfde nummer zal worden geplaatst, op maandag 3 april a.s. en "dan zal de ijzeren paal no.133 geplaatst worden nabij het noordelijke boord der aan te leggen waterleiding, alwaar nu nog de te dempen arm der Witbeek stroomt, en alzo juist tegenover het punt waar de rijksgrens de nieuwe Witbeek verlaat, terwijl de steenen paal met hetzelfde nummer zal moeten geplaatst worden op Belgisch grondgebied, op gelijken afstand van de grenslijn als de ijzeren paal na verplaatsing".

133A
Op 19-8-1896 gaat er een brief uit van de Commissaris des Konings van het Hertogdom Limburg naar de Gouverneur van de (belgische) Provincie Limburg te Hasselt. Grenspaal 133 aan de Witbeek dreigt weer om te vallen, zo is gebleken bij de laatste schouwing. Tevens wordt gemeld dat "een andere paal, zonder nummer in eene meer oostelijke richting nabij de bouwhoeve "De Kleine Heg" naar de noordwestzijde overhelt". Kosten van rechtzetten worden geraamd op 25 gulden.Op 24-9-1896 is er een Proces Verbaal opgemaakt van uitgevoerde herstelwerken.Er werd voor deze paal niet over een nacht ijs gegaan, zoals uit het citaat blijkt:"Met den grenspaal No.133 werd het eerst begonnen. De plaats waar deze paal zich bevond werd door ons opgenomen en met drie palen op afgemeten afstand geteekend, om na de gedane herstellingen hem weder op zijne juiste plaats te kunnen brengen. Hierna werd begonnen met het uitgraven van den oever ter diepte van de te maken muur en het uitgraven van den bodem der Witbeek. Op twintig centimeters diepte in den bodem der beek vonden wij eene vaste grondslag voor de fundering en werd met 't metselen een aanvang genomen. De muur werd vervaardigd van puike harde briksteenen en gemetseld of verbonden met tras en kalk. De muur heeft een breedte van een meter, eene dikte van vijftig centimeters en eene hoogte buiten de fundering van een en een halve meter. Te gelijker tijd met den muur werd een voetstuk aangelegd en verbonden met den bovengenoemden muur van vijf en twintig centimeters dikte en gemetseld met dezelfde kalkspecie als de muur. De bovengenoemde grenspaal werd vervolgens op zijne vorige ingenomen plaats gezet en is zoodanig geplaatst dat de eene helft op de muur en de andere helft op het genoemde voetstuk is komen staan zoodat geene verzakking meer mogelijk is. Daarna werd met den anderen paal zonder nummer een aanvang gemaakt met opnemen en teekenen van zijne standplaats en werd deze voorzien van een vijf en twintig centimeters dikke voetstuk ter eene en van dertig centimeters ter andere zijde en evenals paal No.133 van hetzelfde materiaal vervaardigd".
En op de foto is het voetstuk goed te zien nu, tijd voor actie van de burgemeester van Thorn en de Commisaris des Konings!
134